Gezinsstaat van Franciscus (3) Johannes (1802 - 1868)
(zie ook de toelichting)

Franciscus (3) Johannes Storimans

geboren en gedoopt te Riel op zondag 7 februari 1802,
zoon van Jan Aart Storimans en Deliana Andries van den Bosch;
overleden op 30 april 1868 te Bergen op Zoom.
Franciscus Storimans treedt op 30 juli 1829 te Zevenbergen in het huwelijk met Maria Schoenmakers, geboren te Zevenbergen op 28 juni 1801;
dochter van Adrianus Schoenmakers en Anthonia Faas;
zij is op 29 maart 1885 te Bergen op Zoom overleden.
Uit dit huwelijk:
1. Deliana Antonia Storimans, geboren op 30 mei 1830 te Wieldrecht;
op 87 jarige leeftijd op 14 februari 1918 te Bergen op Zoom overleden.
2. Antonia Diliana Storimans, geboren op 5 september 1831 te Wieldrecht;
zij is op 4 september 1855 als zuster Juliana ingetreden bij de congregatie der Zusters van Liefde "Dochters van Maria en Josef" (zusters van de Choorstraat in Den Bosch) en als moeder-overste werkzaam geweest in het Instituut voor Doven te St. Michielsgestel; aldaar overleden op 12 juni 1919.
3. Johanna Adriana Storimans, geboren op 23 januari 1833 te Wieldrecht;
overleden op 26 april 1915 te Bergen op Zoom.
4. Adriana Johanna Storimans, geboren 11 februari 1834 te Wieldrecht;
overleden op 4 december 1919 te Utrecht.
Adriana Johanna Storimans treedt op 5 mei 1859 te Bergen op Zoom in het huwelijk met Dingeman Barel, geboren op 14 maart 1830 te Zevenbergen;
zoon van Cornelis Barel en Jacoba Lips;
Te Zevenbergen overleden op 5 april 1904.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis Franciscus Barel, geboren op 11 april 1860 te Zevenbergen;
overleden in 1897 te Haarlem.
2. Franciscus Josephus Barel, geboren op 21 april 1861 Zevenbergen;
op 6 juni 1861 overleden te Zevenbergen.
3. Franciscus Adrianus Barel, geboren op 20 maart 1862 Zevenbergen;
overleden op 16 april 1901 te Zevenbergen;
Franciscus Adrianus Barel treedt op 30 juli 1895 te Zevenbergen in het huwelijk met Cornelia Adriana van Heusden, de op 17 januari 1863 te Zevenbergen geboren, dochter van Johannes van Heusden en Allegonda Smits;
Cornelia Adriana van Heusden overlijdt op 16 februari 1898 te Zevenbergen
4. Jacobus Petrus Barel, geboren op 10 juli 1863 Zevenbergen;
op 31 januari 1864 overleden te Zevenbergen.
5. Maria Jacoba Barel, geboren op 1 oktober 1864 Zevenbergen;
overleden 5 januari 1924 te Utrecht;
Mara Jacoba Barel treedt op 20 augustus 1896 te Zevenbergen in het huwelijk met Petrus Nicolaas Henrikus Timp, de in 1867 te Tilburg geboren zoon van Petrus Martinus Timp en Anna Gertruda van Riel;
Petrus Nicolaas Henrikus Timp hertrouwt op 18 februari 1925, na het overlijden van zijn echtgenote met zijn schoonzus Jacoba (zie hieronder);
Petrus Nicolaas Henrikus Timp overlijdt op 20 augustus 1941 te Zevenbergen.
6. Jacoba Elisabeth Barel, geboren op 10 juli 1866 Zevenbergen;
overleden 19 juni 1955 te Zevenbergen;
Op 18 februari 1925 trouwt Jacoba Elisabeth Barel (na het overlijden van haar zus Maria Jacoba Barel) met haar voormalige zwager Petrus Nicolaas Henrikus Timp.
7. Petrus Wilhelmus Barel, geboren op 2 mei 1868 te Zevenbergen;
overleden 5 februari 1873 te Zevenbergen.
8. Johannes Cornelis Maria Barel, geboren 6 april 1870 Zevenbergen;
overleden 4 april 1940 Zevenbergen.
Johannes Cornelis Maria Barel treedt op 28 april 1897 te Zevenbergen in het huwelijk met Anna Maria van Tetering, de op 23 juli 1872 te Zevenbergen geboren dochter van Jusimus van Tetering en Cornelia Tabak;
Joanna van Tetering overlijdt op 11 mei 1940 te Zevenbergen.
9. Elisabeth Johanna Maria Barel, geboren op 12 april 1872 te Zevenbergen;
overleden op 16 december 1874 in Zevenbergen.
10. Adriana Juliana Pieternella Maria Barel, geboren op 2 maart 1874 te Zevenbergen;
overleden op 9 april 1874 te Zevenbergen.
5. Johannes Adrianus Storimans, geboren op 14 maart 1835 te Zevenbergen;
overleden op 9 december 1905 te Rotterdam.
6. Adrianus Petrus Storimans, geboren op 2 augustus 1836 Zevenbergen;
overleden op 14 april 1914 Bergen op Zoom;
7. Petrus Franciscus Storimans, geboren op 8 oktober 1837 te Bergen op Zoom;
Petrus Franciscus trad in 1866 als religieus broeder in bij de Congregatie van de Redemptoristen uit Wittem
Op dinsdag 25 juli 1911 komt hij te Rotterdam te overlijden.
8. Petronella Storimans, geboren op 5 oktober 1838 te Bergen op Zoom
overleden op 17 november 1838 Bergen op Zoom.
9. Petronella Jacoba Storimans, geboren op dinsdag 20 december 1842 te Bergen op Zoom;
overleden op 14 juni 1882 Bergen op Zoom.

Franciscus Storimans was het 10e kind uit het huwelijk van Johannes (Aert) Storimans en Diliana van den Bosch. Hij werd op 7 februari 1802 te Riel r.k. gedoopt als wettige zoon van Joannis Storimans uit Enschot en Dilliana van den Bosch uit Udenhout; zijn doopgetuigen waren Cornelius Neijssens (relatie onbekend) in naam van Adrianus van den Bosch (een broer van zijn moeder) en Maria Storimans (een zus van zijn vader). Hij was tevens het derde kind dat door zijn ouders Franciscus werd genoemd. Op 6 november 1798 was te Enschot, waar zijn ouders toen woonden, al een Franciscus Storimans gedoopt en die Franciscus werd ruim 10 weken later, op 24 januari 1799, te Enschot als kind van Jan Stoorimans begraven, terwijl op woensdag 17 september 1800 te Alphen en Riel opnieuw een Franciscus Storimans, kind van Joannes Storimans en Dilliana van den Bosch, ten doop werd gehouden. Deze tweede Franciscus werd krap een half jaar later, op woensdag 4 maart 1801, te Alphen en Riel als kind van Jan Storimans begraven.
Omstreeks woensdag 24 april 1805 keren zijn ouders uit Riel terug naar Enschot. Omdat Franciscus en een nog jonger broertje, Andries Jan, in Riel geboren zijn, vragen zijn ouders op die dag voor hem en voor Andries in Riel bij het Corpus (dat is het gemeentebestuur) een borgbrief aan, zodat voor die kinderen ondersteuning uit de armenkas van Riel verzekerd blijft, mocht dat in de toekomst nodig zijn. Het jongere broertje, Andries Jan, was op dat moment mogelijk al ziek. Hij heeft de reis van Riel naar Enschot in elk geval niet lang overleefd, want op zondag 28 april 1805 wordt hij te Enschot (net geen 7 maanden oud) begraven.
De derde Franciscus Storimans was een langer leven beschoren. Hij overleed op 30 april 1868 te Bergen op Zoom, 66 oud, na voor een tot op de dag van vandaag voortlevend nageslacht te hebben gezorgd. Op donderdag 30 juli 1829 trouwt hij te Zevenbergen met Maria Schoenmakers. Maria Schoenmakers werd op vrijdag 26 juni 1801 te Zevenbergen gedoopt als dochter van Adrianus Schoenmakers en Antonia Faas; Petrus Schoenmakers en Maria Roelen waren haar doopgetuigen.

Franciscus Storimans, die bij zijn huwelijk koopman wordt genoemd, wordt na zijn huwelijk logementhouder te Willemsdorp, gemeente Wieldrecht/Dubbeldam op het eiland van Dordrecht. Dat was in die tijd een gebied dat door de diverse inpolderingen in de Biesbos erg in ontwikkeling was. Zijn logement "Waterloo" haalt in de periode 1830 tot en met 1832 de Nederlandse Staatscourant en diverse ander landelijke en regionale kranten, zoals de Rotterdamse Courant en de Bredasche Courant omdat in zijn logement diverse openbare aanbestedingen voor waterstaatkundige werken, openbare verpachtingen van weiland en openbare verkopingen plaatsvonden. Blijkens een advertentie in de Bredasche Courant van 6 november 1834 heeft Franciscus Storimans zijn logement te Willemsdorp opgegeven. Een zekere M. de Korver maakt dan althans via een advertentie in die krant bekend dat hij wegens het vertrek van F. Storimans zijn "affaire" (het logement het "Veerhuis") heeft verplaats naar het logement "Waterloo", waar F. Storimans eerst logementhouder was. Wat de juiste datum en de reden van het opgeven van het logement in Willensdorp is geweest is niet bekend; misschien faillissement, maar een rechterlijke uitspraak daarover is nog niet gevonden. Wel bekend is dat op 10 maart 1835 het gezin van Franciscus Storimans en de hoogzwangere Maria Schoenmakers vanuit Willemsdorp in Zevenbergen aankomt. Opmerkelijk is dat het bevolkingsregister slechts drie kinderen vermeldt en niet de vier kinderen die er toen al waren: Deliana Antonia, Johanna Adriana en Adriana Johanna. Dochter Antonia Deliana ontbreekt. Om die reden was aanvankelijk aangenomen dat zij intussen in Wieldrecht was komen te overlijden, maar dat blijkt niet het geval. Waar deze dochter Antonia Deliana op vierjarige leeftijd na de verhuizjng van haar ouders naar Zevenbergen gewoond heeft is nog niet duidelijk. Mogelijk werd zij ondergebracht bij haar eveneens in Zevenbergen woonachtige tante Adriana (zie verderop). Franciscus Storimans is bij zijn verhuizing naar Zevenbergen waarschijnlijk werkloos. In het bevolkingsregister van Zevenbergen Zuidzijde haven, huis 46, staat hij aangemerkt als "particulier", dat wil zeggen zonder specifiek beroep. Vier dagen na de aankomst van het (onvolledige) gezin in Zevenbergen, op 14 maart 1835, wordt daar zoon Johannes Adrianus geboren. Krap anderhalf jaar later, op 2 augustus 1836, is het de beurt aan zoon Adrianus Petrus om in Zevenbergen het levenslicht te zien. Bij de geboorteaangifte van deze zoon wordt Franciscus aangeduid als "herbergier". Op 29 april 1837 vertrekt het gezin naar Bergen op Zoom. Op 3, 4 en 7 mei 1837 plaats F. Storimans in de Bredasche Courant en op 5 en 27 mei 1837 ook nog een keer in de Noord-Brabander de volgende advertentie:

Aannemend dat Franciscus Storimans in 1837 inderdaad door aankoop eigenaar is geworden van het logement "De Drie Trompetters", dan moet zijn schoonvader Adriaan Schoenmakers het nadien toch in eigendom hebben verkregen. Als Maria Schoenmakers namelijk in 1877 als weduwe van Franciscus Storimans datzelfde pand verkoopt (zie verderop) staat in de verkoopakte dat zij het bij schenking uit de erfenis van haar vader Adriaan Schoenmaker (overleden 14 april 1857 te Zevenbergen) heeft verkregen (schenkingsakte notaris Adrianius van der Werk te Zevenbergen d.d. 18 spetember 1857). In dat geval moeten Franciscus Storimans en zijn vrouw Maria Schoenmakers na die eigendomsovergang het pand hebben gehuurd of daar het vruchtgebruik van hebben gekregen.
Bekend is dat in "De Drie Trompetters" ook na 1837 openbare verkopingen werden gehouden.
Dit logement was ook het adres waar het gezin van Frans Storimans en Maria Schoenmakers woonde. Dat gezin bestond in 1837 uit negen personen: vader, moeder, zes kinderen en Johannes Faase († 1-7-1872), een inwonende ongehuwde oom van Maria Schoenmaakers. Hier worden vervolgens nog zoon Petrus Franciscus en twee keer een Petronella geboren. In 1840 woont Franciscus, maar nu kennelijk zonder zijn gezin, bij zijn 10 jaar oudere zus, Adriana Storimans, in Zevenbergen, Calishoek, in een huis dat aangeduid wordt als Moerdijk 556. Adriana Storimans woonde al vanaf haar huwelijk met Franciscus van Meer op 17 januari 1816 in Zevenbergen en was daar, waarschijnlijk vanaf het moment dat zij in 1820 weduwe werd, eveneens logementhoudster. Vermoedelijk is Adriana Storimans in 1840 enige tijd zodanig ziek geweest dat zij haar logement niet kon runnen en is haar broer Frans haar komen helpen, terwijl Mara Schoenmakers het logement in Bergen op Zoom bleef runnen.
Frans Storimans moet naast een logement ook een eigen moestuin of akkerveld hebben gehad, want uit een bericht in de Bredasche Courant van 24 september 1854 behoort hij tot de winnaars van een prijs, de "IJzeren vijfkop" in de categorie "aardappelen" bij de landbouwtentoonstelling op 19 september 1854 te Bergen op Zoom. Bij de inschrijving van zijn zoon Petrus Franciscus in het militair register, lichting 1856, wordt als zijn beroep touwslager opgegeven en dat van zijn echtgenote logementhoudster. Uit diezelfde inschrijving blijkt dat de militaire dienststijd voor zijn zoon Johannes Adrianus werd afgekocht door voor hem een plaatsvervanger in te huren. De notariële akte die hiervoor werd opgesteld met daarin het bedrag dat aan de remplaçant moest worden betaald is (nog) niet gevonden, maar het inhuren van een remplaçant was niet goedkoop (ca. ƒ 500), zodat geconcludeerd mag worden dat het Franciscus Storimans en Maria Schoenmakers voor de wind ging.
Franciscus Storimans komt op 30 april 1868 te Bergen op Zoom te overlijden.
Bij zijn overlijden is zijn weduw Maria Storimans-Schoenmakers 67 jaar oud, en zijn drie dochters Deliana Antonia, Johanna Adriana en Petronella Jacoba zijn resp. 38, 37 en 26 jaar oud. Dezer vier zetten gezamenlijk het logement De Drie Trompetters voort. Op 6 augustus 1869 stappen ze alle vier naar de notaris. De weduwe Maria Schoenmakers laat een akte opmaken waarin zij het logement aan haar drie dochters veruurt voor f 200 p.j met onder meer als voorwaarde dat deze drie dochters ongehuwd in het logement blijven wonen en ook het beding: "De sekreet en stalmest blijft ten voordeele der huurders." Bovendien laat zij op die dag de notaris een akte opmaken waarin zij bij haar overlijden aan deze drie dochters 1/6e deel van haar nalatenschap legateert "als beloning van veeljarige ijverige plichtbetrachting en huiselijke zorg" en vervolgens ook het eigendom van het logement De Drie Trompetters. Dit onder voorwaarde dat zij bij haar overlijden ongehuwd zijn, in dat logement inwonen, en "hetzelve als vennoten voor gemeene rekening houden op titel van maatschap." In het verlengde hiervan komen de drie zussen tegelijkertijd een vennootschap overeen om tot "gemeene rekening te houden en te bedienen het logement "De Drie Trompetters" hetwelk zij hebben gehuurd van hun moeder, ten einde de daaruit ontstane voordelen met elkander te deelen. Zij beloven daarenboven elk, hunnen vlijt en arbeid ten nutte der zaak te zullen aanwenden te zamen in het logement te zullen inwonen en hunnen werkzaamheden onderling in der minne te regelen." Tevens benoemen de drie zussen elkaar over en weer tot enige en algehele erfgenaam.
Hoewel in de akte uit 1869 nog sprake is van "De Drie Trompetters", was er tezelfder tijd in Bergen op Zoom ook al sprake van "Hotel D'Angletterre". In het Algemeen politie-blad, 6e jaargang, 's-Gravenhage 1857, p. 167-168, staat namelijk het volgende te lezen: "De commissaris van politie te Bergen op Zoom, noodt zijne ambtgenooten uit, een waken oog te houden op M.A. Cohen, geëxamineerd tandmeester van Rotterdam, die met zijne vrouw heimelijk uit Bergen op Zoom is vertrokken, na een aantal dagen te hebben gelogeerd bij F. Storimans, Hôtel d'Angleterre aldaar, zonder het verschuldigde voor logies enz. te hebben betaald en zonder achterlating van eenige goederen.". Mogelijk maakte Frans Storimans naar buiten toe onderscheid tussen aan de ene kant de ontvangstzaal (restaurant ?) dat de Drie Trompetters werd genoemd en aan de andere kant de kamers van het logement die als Hôtel d'Angleterre bekend stonden. Hoe het ook zij, acht jaar later, op 3 september 1877, koopt een zekere Hubert van Poppel, een koffiehuishouder uit Breda het pand dat in de verkoopakte wordt aangeduid als "het logement, genoemd van ouds De drie trompetters, later Hotel d'Angleterre" voor ƒ 18.000, -- (waarvan ƒ 15.000, -- beleend als hypoytheek) van logementhoudster Maria Schoenmakers, weduwe van de heer Franciscus Storimans.

De weduwe en haar dochters gaan daarna als renteniersters door het leven. Het bedrag dat ze voor het hotel kregen wordt onder hypothecair verband uitgeleend. Ze verhuizen van de Steenbergschestraat naar een huis, nr. B 94, in de nabij gelegen Moeregrebstaart.
Twee jaar later (8-7-1979) komt in Rotterdam de Josina Biemans te overlijden. Zij is de schoondochter van de weduwe Maria Storimans-Schoenmakers, want getrouwd met haar zoon Johannes Adrianus. Die zoon Johannes Adrianus blijft achter met twee jongens en één meisje. Dat meisje, Catharina Maria (Cato) Storimans geheten, komt vanaf 22 juli 1880 bij haar oma en drie tantes wonen. Dat blijft zo; ook als op 14 juni 1882 tante Pietronella Jacoba op 39 jarige leeftijd komt te overlijden en ook als daarop op 29 maart 1885 haar dan 84 jarige oma Maria Storimans-Schoenmakers overlijdt.

Erg inventief bij het verzinnen van namen voor hun eerste kinderen waren Franciscus Storimans en zij echtgenote Maria Schoenmakers niet. Hun eerste kind vernoemden ze naar de beide oma's: Deliana Antonia. Hun tweede kind, ook een dochter, werd eveneens naar de beide oma's vernoemd, maar dan in omgekeerde volgorde: Antonia Deliana. Het derde kind, opnieuw een dochter, werd, in de vrouwelijke variant, vernoemd naar de beide opa's: Johanna Adriana. Bij het vierde kind, eveneens een dochter, werd dezelfde procedure gevolgd als bij het tweede kind, dus opnieuw de vrouwelijke variant van de beide opa's, maar dan in omgekeerde volgorde: Adriana Johanna. Het vijfde kind was een jongen en werd opnieuw naar de beide opa's vernoemd: Johannes Adrianus.
Het eerste, derde en negende kind van Franciscus Storimans en Maria Schoenmakers zijn hierboven al ter sprake gekomen als de dochters die als ongehuwden een vennootschap aangingen ten einde het logement "De Drie Trompetters/Hotel d'Angleterre" uit te baten.
Dochter Deliana Antonia Storimans werd blijkens het Stadsarchief van Dordrecht op 30 mei 1830 te Wieldrecht, gemeente Dubbeldam, geboren. Haar zus, Johanna Adriana Storimans, aldaar op 23 januari 1833. Het negende kind van het echtpaar, Petronella Jacoba Storimans, ziet op dinsdag 20 december 1842 in Bergen op Zoom het levenslicht. Ze krijgt dezelfde roepnaam als haar zes jaar eerder na anderhalve maand al weer overleden zusje Petronella; nu met als tweede naam Jacoba. Bij haar geboorteaangifte was Josephus Falck getuige samen met Andreas Hebgen.
Na de verkoop van Hotel d'Angleterre en de verhuizing naar de Moeregrebstraat (zie hierboven) kopen de dames een woonhuis aan de Grote Markt, nr. A 64, in Bergen op Zoom; in 1910 "Gulden Ring" genoemd. In het "Gedenkboek ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan der Congregatie van Penitenten-Recollectinen te Bergen op Zoom (Catharinagesticht)", pag. 102-103, staat vermeld dat zij dit pand - dat toen verhuurd was aan de gepens. Kapitein F.G. v.d. Hem - van deze Congregatie kochten voor ƒ 3500. Hun moeder, de weduwe Maria Storimans-Schoemmakers, en hun nichtje Cathariba Maria Storimans verhuizen mee. Op 14 juni 1882 overlijdt de jongste van de drie zussen, Petronella Jacoba. Ze is dan nog maar 39 jaar. De overblijvende dochters Deliana Antonia en Johanna Adriana, en hun nichtje, Christina Maria, kunnen het kennelijk goed met elkaar vinden. Op 13 september 1892 stappen ze opnieuw naar de notaris. Bij die gelegenheid benoemt Deliana Antonia haar zus Johanna Adriana tot enige en algehele erfgename en als zij haar overleeft legateert zij Catharina Maria het huis aan de Grote Markt in Bergen op Zoom. Johanna Adriana benoemt op haar beurt Deliana Antonia tot haar enige en algehele erfgename en als zij haar overleeft dan is nicht Catharina Maria de enige erfgename. Bij notariële akten van 6 april 1900 wordt dit herhaald en op 10 oktober 1908 schenken de beide zussen aan hun nicht het huis "Gulden Ring" aan de Grote Markt te Bergen op Zoom. De beide tantes - dan resp. 78 en 75 jaar oud verkrijgen daarvoor in de plaats "inwoning, kost, drank, kleding, verzorging en verder levensonderhoud voor hun leven en geneeskundige hulp en medicamenten bij ziekte en een passende begrafenis en uitvaart". Tegelijkertijd benoemden de beide zussen en nichtje elkaar over en weer tot enig erfgenaam. Johanna Adriana komt daarna op 26 april 1915 als eerste van de beide zussen te overlijden; 82 jaar oud. Deliana Antonia volgt op 14 februari 1918; 87 jaar oud. Haar belofte aan haar tantes om hen tot hun dood te blijven verzorgen is hun nicht Catharina Maria dan nagekomen. Het huis aan de Grote Markt zal ze daarna hebben verkocht. De verkoopakte is nog niet gevonden. Wel bekend is dat dit pand in 1918 is herbouwd. Catharina Maria maakt ze op 12 april 1918 een testament dat is zoek geraakt. Op 30 april 1918 vertrekt ze uit Bergen op Zoom naar Zoeterwoude om in te treden bij de zuster van de Goede Herder. Lees elders het vervolg van haar wederwaardigheden.

Het Stadsarchief van Dordrecht vermeldt tevens de geboorte op 5 september 1831 van Antonia Deliana Storimans te Wieldrecht. Over haar is, dankzij de medewerking van de congregatie der Zusters van Liefde "Dochters van Maria en Josef" (zusters van de Choorstraat in Den Bosch), wel het een en ander bekend. Het was namelijk in deze congregatie dat Antonia Deliana daags voor haar 24ste verjaardag, op 4 september 1855 intrad. Ze nam daarbij de koosternaam zuster Maria Juliana aan. Twee jaar later op 15 september 1857 deed zij bij deze cogregatie haar eeuwige professie (het afleggen van de kloostergeloften voor het leven). Op 23 februari 1860 kwam ze te werken bij het Instutuut voor Doofstommen te Sint Michielsgestel, toen nog gehuisvest in het voormalige kasteel Oud Herlaer. Dit instituut kreeg in 1910 huisvesting in het complex aan de Theerestraat te Sint Michielsgestel waar het, eerst nog onder de naam Instituut voor Doven en thans als onderdeel van de Koninklijke Kentalis, na de nodige verbouwingen nog steeds gehuisvest is. Op 13 december 1880 werd zuster Juliana benoemd tot moeder-overste van de in het instituut werkzame zusters. Ze bleef dat – met een onderbreking van 1896 tot 1900 toen zij in het moederhuis te Den Bosch "Raadzuster" werd van de Algemeen Overste van de zusters – 32 jaar. Ze was bijna 82 jaar toen zij op 12 juni 1913 deze functie mocht neerleggen. Zij bleeft in het instituut wonen tot aan haar dood op 12 juni 1919. In 1993 werd ze herbegraven op het kloosterkerkhof Sint Jozefoord te Nuland; grafnummer: 616.
Over deze "Eerwaarde Moeder Juliana" heeft de congregatie de volgende informatie ter beschikking gesteld.

Een afdruk uit "De vriend der doofstommen" van 1906 met een tekst bij gelegenheid van het gouden jubileum van haar intrede in de congregatie. De oorspronkelijke zwart-wit foto is door ons ingekleurd, zodat haar afbeelding beter tot haar recht komt.

Met het in bovenstaand stukje genoemde "driestel" wordt een kazuifel, dalmatiek en tuniek bedoeld, als gewaad voor resp. de priester, de diaken en de subdiaken bij een "Drie-Heren-Mis". Het is goed mogelijk dat dit van de familie afkomstige geschenk en de genoemde 12 stoelen ook door haar familieleden zelf zijn gemaakt. Van zuster Juliana d'r broer, Adrianus Petrus, en diens zoon, Antonius Petrus, is in ieder geval bekend dat ze meubelmaker waren.

In de jaren 1911, 1913 en 1915 werden opnieuw wetenswaardigheden rond moeder Juliana in "De vriend der doofstommen" opgetekend.



In het jaarverslag van het Instituut voor Doofstommen uit 1915, waarin verslag wordt gedaan van de feestelijke herdenking van het 75-jarig bestaan van het instituut en de even zolange aanwezigheid aldaar van de zusters staat op blz.18 onder meer: "Nadat de HoogEerw. Directeur die sprekers zijn dank had betuigd voor hun sympathieke en waardeerende woorden en in het bizonder hulde en dank had gebracht aan de Eerw. Zuster Juliana, die meer dan 50 jaren met voorbeeldige toewijding haar beste zorgen aan het welzijn van het Instituut en zijn bewoners besteed had, werd overgegaan tot afwerking van het derde punt van het feestprogramma."



Tenslotte hieronder uit "De Vriend der doofstommen" het bericht omtrent haar overlijden en haar bidprentje.


Van dochter Adriana Johanna Storimans is een huwelijksakte bekend. Die huwelijksakte betreft haar huwelijk op donderdag 5 mei 1859 te Bergen op Zoom met Dingeman Barel. Deze Dingeman Barel werd op 14 maart 1830 te Zevenbergen geboren als zoon van Cornelis Barel en Jacoba Lips. Over dit gezin weten we meer.
In Zevenbergen bestaat namelijk een Heemkundekring 'Willem van Strijen'. Deze vereniging geeft een periodiek uit onder de naam 'Oud Nieuws' en in de 23e jaargang, nr. 1 – mei 2003 – nr. 69 (ISSN: 1380-3441) van dit blad publiceerde Jan. C.D. Barel, een van de redacteuren, tevens achterkleinkind van Dingeman Barel en Adriana Storimans, een uitgebreid en geïllustreerd artikel onder de titel "Barel is de naam". Daarin komt ook het gezin Barel-Storimans aan bod. Met toestemming van de auteur volgt hieronder de tekst van dat deel met de bijbehorende foto's.

8B. BAREL-STORIMANS

"Terwijl Paulus Barel, zoals eerder vermeld, zijn bakkerszaak annex herberg had in de Dijkstraat, had zijn broer Dingeman een bakkerszaak en herberg aan de Zuidhaven, op de plaats waar nu een uitzendbureau is gevestigd (naast de Van de Werkengang).
Dingeman Barel werd geboren als vijfde kind en tweede zoon van Cornelis Pauluszoon Barel en Jacoba Lips op 24-3-1830 en genoemd naar de vader van zijn moeder.
De nazaten van bakker Dingeman zijn mij vrij goed bekend; dit vanwege het feit dat ik een directe nakomeling ben (achterkleinzoon) van deze Dingeman.
Overgrootvader Dingeman trouwde op 5-5-1859 met Adriana Storimans (* 11-2-1834 in Dubbeldam). Adriana kwam uit een gezin van zeven kinderen (5 meisjes en 2 jongens). Hun vader was Franciscus Storimans (* 7-2-1802 in Riel) en op 30-7-1829 in Zevenbergen gehuwd met de in Zevenbergen geboren (1801) Maria Schoenmakers.
Het echtpaar Storimans-Schoenmakers kwam op 10-3-1835 met hun kinderen vanuit Willemsdorp in Zevenbergen wonen in de Molenstraat op nr. 48 (in de RK-pastorie, welke daar in de negentiende eeuw aan de zuidkant stond; op de plaats van het voormalige gemeentehuis/klooster) en het gezin vertrok weer op 29-4-1837 en wel naar Bergen op Zoom.

 

Foto 6: Molenstraat; in het woonhuis rechts nr. 48 (met lantaarnpaal) was de woning van de Fam. Storimans-Schoenmakers.

Bakker Dingeman begon zijn bakkerij annex herberg in 1859 aan de Zuidhaven. In 1859 vroeg Dingeman een Hinderwetvergunning aan voor het plaatsen van een bakoven aldaar.
Zoals bij veel herbergen in vroeger jaren behoorde bij café Barel ook een paardenstal. Velen kennen nog het voormalige koetshuis (nu Big Ben Pub) van voorheen hotel Tholenaar (nu Verhoeven).
Boeren kwamen met paard en wagen of koets naar Zevenbergen, spanden bij een café-stal het paard uit, gingen in het dorp hun boodschappen doen en dronken bij terugkomst hun koffie en borrel.
In 1868 is in café Barel, de nu in 2003 nog steeds bestaande, harmonie Euterpe opgericht en begon in november 1868 in vernoemd café ook met de repetities.

In 'Oud Nieuws' 1995 (nr. 45) heb ik een verhaal gewijd aan de zandgeveegde vloeren in het café van mijn overgrootvader Dingeman en andere zandgeveegde vloeren. Of mijn overgrootvader lang zijn hobby van zandfiguren vegen heeft beoefend, is mij niet bekend; hij is wel 83 jaar geworden. Dat overgrootvader Dingeman ietwat kregel werd als zijn figuurgeveegde vloer nat werd door het laten leeglopen van de instrumentventielen is zeker te begrijpen; het figuurvegen van nat zand is dan namelijk bijna onmogelijk. Na zich enkele malen 'groen en geel' te hebben geërgerd, eiste kastelein Barel dat Euterpe voortaan kranten op de grond moest leggen. Na een aantal jaren verkastte de harmonie zich naar het café van mevrouw De Wit-Kosterman op de Markt (nu is dit Eetcafé Van der Hooft). In 1900 verhuisde Euterpe naar hotelcafé 'De l'Ancre' van Jan Tholenaars.

Dingeman en Adriana Barel-Storimans hadden het niet gemakkelijk en beleefden nogal wat tegenslagen; in een tijdsbestek van 14 jaren werden er tien kinderen geboren. In een dorp met slechts een 5000-tal inwoners, 11 bakkers en een 15-tal cafés zullen de inkomsten van bakkerherbergier vermoedelijk maar juist toereikend zijn geweest om zo'n groot en zwak gezin te onderhouden.

En zoals het in de 18e en 19e eeuw vaak voorkwam in grote gezinnen: vele kinderen stierven vrij jong. Het tweede kind bij Dingeman en Adriana heeft slechts 6 weken geleefd, terwijl het vierde kind slechts 6 maanden in leven kon worden gehouden. Het zevende kind stierf op 4-jarige leeftijd en het negende kind overleed toen het 2 1/2 jaar oud was. Het tiende en laatste kind heeft amper 5 weken het levenslicht gezien.
Van de 10 kinderen hebben er dus 5 de leeftijd van 5 jaar niet bereikt en van de overige 5 kinderen is er een gestorven op 33-jarige leeftijd en een met 38 jaar. Maria is 59 jaar geworden en mijn grootvader Johannes werd op twee dagen na 70 jaar. Alleen Jacoba mocht een 'gezegende' leeftijd bereiken en overleed in Zevenbergen in 1955, drie weken voordat zij 89 jaar zou worden.

In dit gezin Barel-Storimans en ook in vele andere gezinnen in WestBrabant was erg veel sprake van tering of zieke longen; in die tijd was er in Zevenbergen nog geen leidingwater (alle water werd uit de haven getapt) en ook nog geen waterspoeling op de toiletten (alle toiletten kwamen in de haven uit).
Na de dood van vader Dingeman op 5 april 1904 is moeder Barel-Storimans met haar toen nog ongehuwde dochter Jacoba op 7 oktober van datzelfde jaar naar haar, in Utrecht wonende en met Harry Timp getrouwde, dochter Maria verhuisd en is daar later, in 1919, ook overleden en begraven.

Deze vernoemde Maria Barel is na een lang ziekbed in 1924 overleden, waarna haar man in 1925 is getrouwd met zijn schoonzus, de bij hem vanaf 1904 inwonende Jacoba Barel. In 1927 is de inmiddels gepensioneerde Harry Timp met zijn vrouw Jacoba naar Zevenbergen gekomen, alwaar zij zijn gaan wonen in de Burgemeester Vogelstraat; samen met hun neef Din (zoon van een broer van Jacoba) hadden zij twee huizen-onder-een-kap laten bouwen (nrs. 4 en 6). Harry Timp is in 1943 ook in Zevenbergen overleden, waarna zijn vrouw Jacoba Timp-Barel nog 12 jaren als oudste Bareltelg en aller suikertante heeft geleefd.

 

Foto 7: Burg. Vogelstraat; twee-onder-een-kap (met fiets tegen de gevel) nrs. 4 en 6: op nr 6 woonde vanaf de bouw in 1927 tot in 1953 het echtpaar Timp-Barel; op nr 4 woonden vanaf de bouw in 1927 tot in 1936 de fam. D. Barel-Geers, 1936-1940 echtpaar J. Barel-Van Tetering, 1940-1942 fam. J. Barel-Geers, 1968-heden fam. J. Barel-Geers. Het meisje met haarstrik links is mijn oudste zus, die op 11-5-1940 bij het bombardement is omgekomen.

Het echtpaar Barel-Storimans heeft 3 zonen gehad, die volwassen zijn geworden:

Cornelis (* 1879) hield het op 28-jarige leeftijd 'voor gezien' in Zevenbergen, trouwde met Maria Kemp uit Schiedam en kwam, na enige malen te zijn verhuisd, in Haarlem waar hij als uitvoerder onder andere heeft gewerkt aan de bouw van de Sint Bavo-kathedraal. Er werden vier kinderen geboren waarvan een dochter volwassen is geworden en na haar huwelijk met Petrus Stokman in Alkmaar is gaan wonen. Op 36-jarige leeftijd is Cornelis overleden aan meningitis en is zijn tak in mannelijke lijn opgehouden.

Franciscus (* 1862) bleef in Zevenbergen en was hier koperslager van beroep. Hij trouwde op 33-jarige leeftijd met Cornelia van Heusden; hun eerste kind werd levenloos geboren, waarna twee dagen later moeder Cornelia is overleden. Op 39-jarige leeftijd is Franciscus overleden, waarna ook deze tak dus volledig is opgehouden.

Johannes (* 1870). Naar het schijnt is hij, in tegenstelling tot zijn meeste broers en zusters, gezond geboren en ook in blakende gezondheid opgegroeid."


In de periode dat Franciscus Johannes Storimans in Bergen op Zoom woonachtig is en daar als logementhouder te boek staat wordt daar op zondag 8 oktober 1837 Petrus Franciscus Storimans, geboren. Jakob Laurens La Fontijn en Mattheus Pilaar zijn getuigen bij zijn geboorteaangifte.
In het militieregister lichting 1859 staat bij zijn naam, nr. 84, Bergen op Zoom, "15 februari 1858 finaal vrij. Een broeder bij plaatsvervanging in dienst overleden". Dit betreft de op 16 januari 1825 te Zevenbergen geboren Matthijs van Loon, zoon van Gerardus van Loon en Johanna Roelen, op 20 april 1858 te Zevenbergen gehuwd met Geertrui Pepermans en sinds 21 oktober 1854 vader van dochter Antonia van Loon. Deze Matthijs van Loon was op 1854 met registratienummer 42781 voor den tijd van vijf jaren ingedeeld als milicien in het 5e Regiment Infanterie als plaatsvervanger was voor Johannes Adrianus Storimans uit de lichting van 1854 uit de provincie Noord Braband gemeente Bergen op Zoom, onder No. 85. Matthijs van Loon overleed op 8 september 1857 te Zevenbergen. Kennelijk was het dus zo, dat als je een remplaçant inhuurde ook de regel van vrijstelling wegens een in dienst overleden broer van toepassing bleef als die remplaçant overleed. In de jaren 1856 en 1857 had Petrus Franciscus al tijdelijk vrijstelling wegens broerderdienst, namelijk de genoemde remplaçant en broer Adrianus Petrus Storimans, die vrij geloot was.
In het bevolkingsregister van Bergen oip Zoom staat aangetekend dat Petrus Franciscus Storimans op 27 oktober 1866 - hij ws toen 29 jaar oud - vanuit Bergen op Zoom naar 's-Hertogenbosch vertrok. Dat zal het moment zijn geweest dat hij in het klooster ging.
In het adresboek van Rotterdam staat vanaf 1896 tot en met 1911 P.F. Storimans, geestelijk broeder, Goudscherijweg 195, te boek. Uit een bericht in De Volksstem van 26 juli 1911 blijkt dat deze Peter Storimans in 1866 als broeder in de geestelijke orde van de Congregatie van de Redemptoristen uit Wittem is getreden en dat hij na zijn intrede als broeder Augustinus door het leven ging. In 1896 was hij al 59 jaar. Waar hij het eerdere deel van zijn leven als religieuse broeder heeft doorgebracht en met welke werkzaamheden is niet bekend. Aan de Goudserijweg te Rotterdam heeft een kerk van de Redemptoristen gestaan. Het genoemde bericht uit De Volkstem meldt het volgende: "Dinsdag namiddag bleef de Eerw. broeder Augustinus C.s.s.R., (in de wereld Petrus Franciscus Storimans), terwijl hij in de Boompjes te Rotterdam wandelde, tengevolge van een hartverlamming plotseling dood. Broeder Augustinus werd op 5 October 1837, te Bergen op Zoom geboren. In 1866 trad hij te Wittem in de Congreatie der Redemptoristen."

Nog geen jaar na Petrus Franciscus schenkt Maria Schoenmakers het leven aan Petronella Storimans. Zij werd op vrijdag 5 oktober 1838 te Bergen op Zoom geboren. Josephus Falck en Hendrik Scheffelaar waren getuigen bij de geboorteaangifte. Haar leven eindigt al na een week of zes. Op 17 november 1838 wordt in de burgerlijke stand van Bergen op Zoom aangetekend dat zij is overleden.
Last Updated on July, 20, 2020 by Th. Storimans
Terug naar de vorige pagina